Na een week van regelen, uitzoeken en aankopen doen, was er in de tweede week meer tijd om er op uit te gaan en de omgeving te verkennen. Want naast de verhuizing, moet er toch ook nog steeds een beetje vakantie gevierd worden -al komt die vakantie nu rap aan zijn einde, maar dat terzijde-.
We hebben gezwommen met elanden*, pruimen geplukt en we zijn in Linnés Råshult geweest, een kulturreservat waar ik werd aangevallen door een kudde schapen, maar ik heb dit op miraculeuze wijze weten te overleven. Bovendien hebben we drie rondjes door Hässleholm gewandeld. Er bleek erg weinig te gebeuren in Hässleholm, maar toch gingen we met een erg tevreden gevoel weer naar huis, maar daar later meer over. Verder kan ik de halloumi-burger van de Max aanraden, maar die van de Sibylla was ook erg lekker. Ik kom in ieder geval niet meer terug naar Nederland voor er op grote schaal halloumi-burgers verkocht worden. Dan weet je dat.
En omdat je in Zweden niet om de meren heen kan (nouja.. opzich kan het meestal wel, maar ik bedoel dat je er spreekwoordelijk niet om heen kan), zijn we ook het water op geweest om rond te dobberen en vissen te vangen.
Aantal uren dobberen: 9
Aantal keer vastgelopen op een rots vanwege plotseling hoog water: 1
Aantal vissen gezien: ca. 500
Aantal vissen gevangen: 0
Wel één stuk hout gevangen, toch mooi.
* geintje hoor. Ik zou nooit met elanden gaan zwemmen, net als dat ik ook niet met dolfijnen zwem. Maar goed, we zijn op Älgsafari geweest in een heus elandenpark, want in twee weken hadden we (lees: had ik) pas 6 reeën gezien en we waren wel een beetje klaar met voortdurend bossen uitkammen en niks zien.