De kerst is weer voorbij en m’n zusje gaat morgen ook weer naar huis. We hebben een boel programma’s met bijbehorende irritaties weg kunnen werken. We hebben gepuzzeld en spelletjes gedaan. We hebben bedenkelijke films gekeken en een heleboel geslapen. En tussendoor heb ik ook nog een beetje veldrijden en schaatsen mee kunnen pikken.
Maar we zijn ook buiten geweest. Bewijs:
Nu tellen we af naar het nieuwe jaar. En naar de komst van de bebis.
En toen had ik een week overgeslagen, maar niet getreurd. Het is allemaal vrij eenvoudig samen te vatten. Komtie: elke ochtend probeer ik mijn ontbijt binnen te houden en zolang ik niet te veel eet, gaat dat meestal prima. Dan werk ik nog maar 4 uurtjes, maar probeer ongeveer voor 10 uur werk te verzetten en dat gaat wat minder. Maar langzamerhand komt het besef dat 4 uur werk in 4 uur meer dan prima is. Vervolgens rijd ik naar huis, waar ik weer wat probeer te eten en meestal ga ik daarna met Milla en de baby in m’n buik even slapen. Of althans, Milla en ik slapen. De baby lijkt 24/7 allerlei oefeningen uit te voeren, dus daar wordt weinig geslapen. Misschien moet er wel heel veel bijgeslapen worden zodra de baby uit de buik is? Of denk ik nu te rooskleurig? Daarna moet ik weer eten, maar dat is altijd drama, want geen zin. Dus ik ben blij met alles wat er wel in gaat. Hoera voor alle extra echo’s -en de Zweedse gezondheidszorg- zodat ik weet dat het met de baby allemaal in orde is. En dan is het 19u of soms ietsje later en ga ik weer naar bed. In de weekenden rust ik nog een beetje meer uit, terwijl Tom een heleboel werk verzet in de kelder. Daar heb ik nog steeds geen foto’s van gemaakt, maar inmiddels is het hier begonnen te sneeuwen, dus ik heb wel een foto van de eerste sneeuw van de baby in de buik.
Met een beetje geluk hebben we over drie maanden ook een foto van de eerste sneeuw van de baby uit de buik. Of minder dan drie maanden misschien wel. Hopelijk. Hoe korter, hoe beter. Of nouja, dat ook weer niet. Maar momenteel heb ik liever een februaribaby dan een maartbaby. De kinderwagen die hier inmiddels staat te wachten, is in ieder geval ook zeer geschikt voor sneeuw.
Mocht ik binnenkort weer een week overslaan, dan kan je er vanuit gaan dat ik gewoon in bed lig. Niks aan het handje.
Hallo wintertijd! Mijn lievelingstijd is dit jaar nog beter, want onze bebis wordt in deze tijd geboren! Gelukkig (hopelijk?!) zal dat nog wel even duren.
Wintertijd in Zuid-Zweden betekent dat ik nu weer ongeveer een weekje in het licht naar m’n werk kan rijden. En terug in het pikkedonker. Dus opzich verandert er op de terugweg weinig. Eerst werd ik verblind door de zon en nu is er überhaupt niks meer te zien in het donker.
Over afgelopen week dan. Mijn zusje was eindelijk weer op bezoek! Donderdagavond kwam ze aan na mijn bedtijd (ca 20 uur, of eigenlijk, hoe eerder hoe beter) , maar Tom was zo lief haar op te halen van het station. Vrijdag werkte ze nog een dagje vanuit huis met Tom terwijl ik op kantoor zat, maar zaterdag konden we echt genieten. Van echt helemaal niks. De zon scheen ook nog eens, dus dat was dubbelgenieten. Zo mooi buiten en wij hoefden alleen maar een heleboel Ik Vertreks te kijken binnen.
Op zondags moest ze wel terug naar de grote stad, maar volgende maand komt ze alweer terug. En dan bedoel ik december, want het is natuurlijk al november en alles inmiddels.
Ik heb een week overgeslagen. Opeens was dinsdag 23 maart al voorbij en heb ik niks in de gaten gehad. Dat zal misschien komen omdat ik die hele dag in een auto zat, maar waarschijnlijk vooral vanwege onze bruiloft op 21 maart.
Dus bij deze het verhaal van hoe de week van onze allereigenste, geheime bruiloft eruit zag.
Op vrijdag 19 maart vertrokken we om 17 uur vanuit Broby naar Skövde, 288 kilometer noordelijker. Dit was onze eerste etappe op weg naar Åre. De volgende dag stonden we vroeg op en vervolgden onze weg. Een hotel nog eens 600 kilometer noordelijker was onze volgende bestemming. We zagen rendieren, nog meer rendieren en uiteindelijk ook steeds meer sneeuw. 600 kilometer over voornamelijk 80-kilometer wegen duurt láng, maar toch ging het voorspoediger dan we gedacht hadden. We belden het hotel op om te zeggen dat we toch niet kwamen en reden nog 60 kilometer door. We belandden in een hotel in Östersund waar ook verschillende biathlon-teams overnachten. De wereldbekerfinale werd dat weekend geskied en geschoten, maar we hadden andere plannen dus we moesten door.
Ook zondag 21 maart stonden we weer vroeg op, voor de laatste 100 kilometers richting Åre en richting onze bruiloft. Al moesten we volgens Tom eerst nog even ergens anders heen. We kwamen bij de grootste waterval van Zweden uit en op die prachtige plek werd ik nog op het nippertje ten huwelijk gevraagd. Hoewel ik dit al van mijlenver zag aankomen, was het toch een superromantisch moment.
Snel liepen we terug naar de auto en reden door het besneeuwde landschap naar ons hotel. We moesten daarvoor wel een bergweg op slingeren, tot we niet hoger konden en daar stond een gigantisch mooi hotel, met een gigantisch mooi uitzicht. We checkten in, brachten onze spullen naar de kamer en Tom bracht me vervolgens gelijk naar de plaatselijke kapper die mij zou helpen met mijn haar en make-up. Tom ging terug om zich om te kleden en al mijn haren werden in de tussentijd gekruld. Het was inmiddels al een beetje gaan sneeuwen. Voor ik het wist kwam Tom mij weer halen, ik kleedde me ook snel om en we reden naar de kerk van Duved.
Deden we dit echt? Jep. Het idee dat vrijwel niemand wist waar wij op dat moment waren en vooral waaróm was zo gek maar ook zo bijzonder.
De pastoor nam even kort de dienst met ons door en toen kwam ook de fotograaf aan. Om 15 uur luidden de klokken van de kerk en daarna startte onze muziek en liepen we naar het altaar, nog best een wandeling in een kerk waar 900 mensen in passen. We liepen langs alle lege kerkbanken, maar voelden beide toch de aanwezigheid van onze families en vrienden. Daarna vloog de tijd voorbij en opeens waren we getrouwd en verlieten we de kerk als man en vrouw.
Samen met de fotograaf gingen we daarna nog op pad om wat foto’s te maken. Het sneeuwde nog steeds en we reden achter de fotograaf aan. Weer naar een waterval, een andere dit keer, ook supermooi.
Toen we afscheid namen van de fotograaf zagen we dat we eigenlijk al aan ons diner hadden moeten zitten. Gelukkig was het geen probleem dat we wat later aanschoven aan tafel, als we maar een mooie dag hadden gehad. En dat hadden we. Het was een onvergetelijke dag in de sneeuw. Een droom die uitkwam.
De volgende dag hebben we eerst een tijdje rondgedobberd in de spa. De sauna had uitzicht op een stukje piste, dus daar zaten we ook wel even lekker. Maar als je die mensen buiten ziet, wil je zelf ook de sneeuw in. Alleen heb ik geen behoefte om een berg af te skiën, dus wij hebben langlaufski’s gehuurd en een paar rondjes gelanglauft.
Daarna wandelden we nog een rondje door Åre en na weer een heerlijke maaltijd in het hotel kwam er een einde aan onze eerste dag als getrouwd stel. De volgende ochtend hebben we in alle rust ontbeten en onze spullen weer gepakt. Het was tijd om weer naar huis te gaan. Op de terugweg overnachtten we ongeveer halverwege in Filipstad. De sneeuw verdween langzaam weer, de rendieren lieten zich niet meer zien, maar het maakte niet echt meer uit. Dit was sowieso de mooiste reis ooit.
Ik denk dat we ons laatste ijsweekend van deze winter achter de rug hebben. Maar wel weer met een nieuw meer. Of nouja, niet echt een nieuw meer, want we al meerdere malen geprobeerd te wandelen bij het Finjasjön. Zo op het ijs verdwaal je toch minder snel.
Lekker overzichtelijk, zeg maar.
Die kleine puntjes in de verte zijn overigens allemaal mensen en achter die mensen staat ook onze auto. Dus we hadden er al een stuk opzitten toen ik deze foto nam. Iets verderop stonden een boel ijsvissers, dus daar moesten we nog even heen. Maar hoe verder we schaatsten, hoe harder de ijsgeluiden, dus ik was er al snel klaar mee. Doodeng. Niet dat er iets had kunnen gebeuren, want je zag bij de scheuren heel goed hoe dik het ijs wel niet was, maar toch.
Vannacht wordt er nog een pak sneeuw verwacht, maar daarna lopen ook hier de temperaturen weer op tot boven het nulpunt. Kan ik binnenkort dus eindelijk mijn fiets weer uit het vet halen, dat dan weer wel.
Van rondlopen is niet veel terecht gekomen afgelopen week. Er zijn hier een boel meren dichtgevroren*, dus wij hebben onze schaatsen uit de kelder opgevist en zijn op pad gegaan. Eerst hebben we bij het Tydingesjön gekeken, dat ligt naast Broby en daar waren een boel mensen (en blijkbaar ook één van mijn collega’s) aan het hockeyen en alles, maar het ijs was vrij waardeloos door de hoeveelheid sneeuw. Dus zijn we doorgereden naar Osby en het Osbysjön en dat lag er een stuk prettiger bij.
Toen deze foto werd gemaakt, hadden we er al een paar rondjes opzitten, maar ik MOEST mijn voeten wat rust geven vanwege PIJN. Mijn schaatsen heb ik in 2004 met de kerst gekregen van mijn Zweedse familie en begin 2005 heb ik er voor het laatst mee geschaatst. Ik kon gelukkig aan Tom hangen, dus dat ging verder allemaal prima. Zondag zijn we weer naar Osby gegaan, maar toen hebben we vooral met de lokale ijsvissers en hun buren gepraat, waardoor mijn handen en voeten helemaal bevroren waren toen we weer een stukje gingen schaatsen. Niet handig.
Inmiddels heb ik wat meer informatie ingewonnen bij mijn collega’s, dus we kunnen komend weekend misschien nog wat andere meren opzoeken. Goeie winter hier hoor, niks meer aan doen.
Precies een jaar geleden begon ik met mijn nieuwe werk. Weg bij IKEA, weg bij collega-landgenoten, weg uit een mini dorp. Glimakra of Sweden ligt namelijk in een ieniemieniedorp, nauwelijks zichtbaar op Google Maps. En er werken naast mij 0 Nederlanders, dus sinds een jaar praat ik 40 uur in de week Zweeds. En het bevalt mij allemaal UITSTEKEND. Tuurlijk is het het raarste jaar ooit geworden door virussen van buitenaf, maar -zoals ik wel vaker heb geschreven hier- dat virus bestond niet in Glimåkra tussen februari en juni en toen een beetje wel na de zomer, maar inmiddels is het weer verdwenen. En tuurlijk was ik ook bijna mijn baan kwijt, vanwege het last in, first out principe, maar daar hebben ze gelukkig een stokje voor kunnen steken. En tuurlijk zijn er ook stressvolle dagen, maar dat is dan wel Zweedse stress, dus daar valt prima mee te leven.
Zeker als je elk weekend in dit soort landschappen kan rondlopen.
Nou heb ik zelf deze foto gemaakt in portretmodus, terwijl ik altijd naar Tom roep dat ik niks kan met zulke foto’s, maar het was koud en ik moest mijn handschoenen weer aandoen vanwege bevriezingsverschijnselen. Dus dit is de enige foto van onze wandeling en we moeten het er voor deze ene keer maar mee doen. Volgende week weer gewoon een echte landschapslandschapsfoto.
Zoals voorspeld heb ik de 61000 stappen bij lange na niet gehaald. Maar er was wel weer sneeuw, dus we zijn toch een heleboel buiten geweest. We hebben een soort van spikes die we onder onze schoenen vast kunnen zetten en dat is maar goed ook, want anders is het niet te doen. De laarzen van Janine hielpen ook wel een boel toen er in één keer een heel pak was gevallen.
Afgelopen zondag hebben we zelfs een nieuwe wandelroute gevonden. In Sibbhult, wat dan weer naast Broby ligt. We hebben de 5 km route gelopen, of geploeterd, want zo eenvoudig zijn die sneeuwwandelingen niet. Maar er was daar ook een 10 km optie en wat kortere, verlichte, rondjes die zeer geschikt moeten zijn voor hardlopen -of langlaufen met dit weer-, daarvoor moeten we later maar een keer terugkomen.
Doen we verder überhaupt nog wat anders? Eigenlijk niet nee. Wat een leven toch, skitterend.
Wakker worden met dit uitzicht op vrijdag is niet slecht! Of nouja, wakker worden.. Als ik wakker word om half zeven is het natuurlijk pikkedonker, maar tegen een uur of acht werd het echt genieten. En dat terwijl ik juist zo verdrietig was dat we zuidelijker zijn gaan wonen en dus waarschijnlijk nooit meer sneeuw zouden zien. Heel benieuwd wat de rest van de winter ons brengt.
We hebben vanochtend maar gelijk winterbanden onder mijn auto laten plaatsen, al staat ‘ie meer stil dan dat we hem gebruiken, maar toch. Voor boodschappen hebben we hem sowieso elke week nodig en afgelopen weekend zijn we weer gaan wandelen en daarvoor moesten we ook nog een halfuurtje in de auto.
We waren dit keer naar Halens naturreservat, bij Olofström. Er waren een boel wandelroutes om uit te kiezen en na lang beraad gingen wij voor de Olsarundan van 6,7km. Het eerste deel was echt mijn ding met fatsoenlijke paden en duidelijk instructies, het tweede deel was meer Toms ding met smalle bospaadjes en honderdmiljoenduizend mogelijkheden om te struikelen en nooit meer teruggevonden te worden. Toen mijn Fitbit aangaf dat we er inmiddels 10000 stappen op hadden zitten, begon ik wel sterk aan die 6,7 kilometers te twijfelen, maar ze zullen het wel weten. Ergens halverwege deden we nog een hardloopwedstrijdje de berg op omdat we dachten dat we toch bijna bij de auto waren, maar nee. Maar een stukje rennen was niet verkeerd, want vanaf half vier hebben we ook weer met dikke schemer te maken en dan is een bos niet meer mijn lievelings. Uiteindelijk zijn we wel weer bij de auto beland en leefden we nog lang en gelukkig.
We hebben de kerst weer overleefd. De kerst die dit jaar lekker rustig was, want Tom en ik bleven in Zweden. Kerstavond en Eerste Kerstdag brachten we samen thuis door, met te veel eten, The Crown en een puzzel. Tweede kerstdag reden we naar vrienden in Markaryd voor een avondje oud-Hollandsch gourmetten en yathzeeën. Op de valreep kregen we ook nog een beetje sneeuw met kerst. Al met al was het een geslaagde kerst, maar ik ben nu vooral blij dat dit jaar zo goed als voorbij is.