Ik ben altijd -ja, altijd- goed voorbereid op dingen. Zo ben ik een paar dagen voor ik naar Zweden vertrok naar de kapper gegaan. Ik had namelijk een vermoeden dat ik daar geen tijd en energie voor zou hebben de eerst komende maanden. Had ik uiteraard ook helemaal gelijk in.
Rond november begon ik me toch langzaam te irriteren aan de lengte van mijn haar en keek ik alvast een beetje om me heen. In Älmhult centrum zitten weet ik hoeveel kappers. Volgens mij zitten ze standaard op elke hoek van elke straat en dan soms ook nog willekeurig ergens tussendoor. En hoewel veel van die zaken altijd leeg lijken als ik langsloop, kwam ik niet heel ver bij mijn eerste rondje bellen voor een afspraak.
‘Nee, wij zitten de komende twee weken vol. Doei.’
Na het rondbellen was ik wel door mijn haarknipenergie heen en heb ik het erbij laten zitten. Veel vrije dagen heb ik niet, maar toen ik het enkele weken later op een vrije dag toch weer probeerde, zat nog steeds alles en iedereen vol. Ík heb alleen helemaal geen zin om wéken van te voren mijn kappersafspraak te plannen, dus tja. Dan maar niet.
Een week geleden vond ik dat het nu wel echtechtecht tijd was en ben ik weer gaan zoeken. De plaatselijke kapper in Killeberg zit nog steeds of alweer voor de komende weken vol en die in Älmhult ook. Of ze vragen meer dan 500 Zweedse kronen. Nouja, dat doen ze sowieso bijna allemaal. Ik heb daarom ook even overwogen om naar Groningen te vliegen, omdat dat kostentechnisch helemaal niet heel veel duurder is dan een kapper in Älmhult bezoeken.
Nog maar eens googlen. En toen vond ik een kapper iets ten noorden van Älmhult die maar 320 Zweedse kronen kost én die DE VOLGENDE DAG al tijd had om mij te knippen. Ik ben nou al bang dat die kapper binnenkort met pensioen gaat en ik weer opnieuw op zoek moet, maar.. voorlopig hoef ik toch niks, want ik ben bij de kapper geweest. Yes.