Ik was deze week wéér in Älmhult. Zo kom je er nooit en zo kom je er twee keer in twee weken. Allereerst moesten mijn ogen weer eens gecheckt worden en dat ging weer fantastisch.
Opticien: “Hoeveel letters kan je zien?”
Ik: “5”
Opticien: “…”
Ik: “hehehe”
Opticien: “Ik bedoel dus welke letters kan je lezen”
Ik: “Oh. Geen
En daarna ging ik nog op bezoek bij mijn lievelingskapper, waar ik in januari voor het laatst was. Zoals gebruikelijk als ik een lievelingskapper vind, is deze ook weer zwanger en is ze pas rond maart weer terug. Dat is een uitzonderlijk kort verlof voor Zweedse begrippen natuurlijk. Maar zoals ze zelf al zei: “jij merkt waarschijnlijk niet eens dat ik er niet ben.” En waarschijnlijk heeft ze daar wel gelijk in, want ik stel kappersbezoeken nog altijd minimaal 3 maanden uit nadat ik vind dat het weer tijd is voor een kappersbezoek.
Na de kapper ging ik nog naar IKEA om een catalogus mee te nemen. Net als vorige week. En net als vorige week, ben ik de catalogus weer vergeten. Ik verwacht komende week niet weer in Älmhult te komen, maar aangezien ik de rest van mijn verzameling catalogi nog in een doos heb zitten, kan het ook nog wel even wachten.
Al zijn er wel vorderingen en verwachten/hopen we eind september/begin oktober een boel af te hebben in de woonkamer/keuken. Als het even meezit, heb ik volgende week zelfs weer een behangupdate. Dan kan ik het hele spackel- en schuurverhaal van afgelopen weekend gewoon achterwege laten, want dat is gewoon een verhaal met een berg stof en ellende.