Vandaag woon ik precies één maand in Zweden. Soms voelt het ook als een maand, soms lijkt het alsof ik nooit ergens anders heb gewoond en vaak denk ik dat ik hier nog niet langer dan één dag kan zijn geweest.
Gisteren heb ik eindelijk een Zweedse bankrekening geopend, zodat ik ook geld kan krijgen voor al dat ‘werk’ wat ik afgelopen week heb verzet. Het zijn dit soort dingen waardoor ik me nog heel erg nieuw voel in dit land. En ‘even’ boodschappen halen bijvoorbeeld, daar kan ik gerust een uur over doen omdat ik langs elk gangpad loop om te kijken wat er allemaal te koop is (en wat het kost). Fascinerend is het. Tot nu toe mis ik mijn voorgesneden groentes nog niet, maar dat is wel het enige product waarvan ik vermoed dat ik het wellicht ooit zou kunnen gaan missen.
Mijn ochtendroutine is na een enkel weekje al zo gewoon geworden, dat ik wat dat betreft ook al een jaar in mijn Zweedse huisje zou kunnen wonen. En mijn fiets heeft tot nu toe elke dag op dezelfde plek in de fietsenstalling gestaan. Omdat het kan (en omdat ik een gewoontemens ben). Zie dat in Nederland maar eens voor elkaar te krijgen. En hoewel ik weet waar mijn laptop en ik moeten zitten op mijn werk, kom ik nog niet echt verder dan outlook en skype. Opstarten dan. Want de mailtjes waarmee mijn inbox elke dag overspoeld wordt, zijn een soort abracadabra met zelden een herkenbaar onderwerp. (Maar dat is ook heeeelemaaaal niet eeeeeerg, ruuuuuustig aan, ta det luuuuuungt, etc.)
Ik heb inmiddels wel ontdekt dat ik wat voorbarig ben geweest met het weggooien (in een textielcontainer, geen paniek) van mijn Nederlandse tussenjas. Die ik overigens in Nederland gerust de hele winter droeg. Ik heb nu al erg veel behoefte aan een tussenjas, maar die heb ik dus niet. En de enige mooie (vinröd, wind- en waterdicht en milieuvriendelijk ♥) die ik heb gevonden, is bijna overal uitverkocht. Dichtstbijzijnde winkel met voorraad: 400 km verderop. Ehm ja, zó Zweeds ben ik toch nog niet. Dat ik dat een OK afstand vind om een tussenjas te kopen.