Mijn eerste Zweedse brief was die met mijn personnummer. Een teken dat je erbij hoort in dit land. Dat werd nog eens bevestigd in de tweede Zweedse brief die ik een week later ontving. Of ik even langs wilde komen voor een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Eh? Ok ja, welkom in Zweden? Nu weet ik wel dat Zweedse vrouwen vanaf hun 25e elk jaar voor dit onderzoek opgeroepen worden, maar mag ik eerst even mijn verhuisdozen uitpakken? Mijn nieuwe buurt verkennen? Misschien een Zweedse ID-kaart aanvragen? Of mijn eerste salaris ontvangen zodat ik in ieder geval iets bij heb gedragen aan de Zweedse verzorgingsstaat en dus een beetje recht heb om mee te profiteren van de gratis zorg? Nee? Ok. Dan niet, zelf weten.
Weer een week later kreeg ik een derde brief. Een ‘Welkom in Älmhult!’ brief. Die hadden ze wellicht eerst kunnen sturen? Maar vooral brief nummer vier was handig geweest om vóór brief twee te ontvangen, want de vierde brief ging over het zorgcentrum waar ik vanaf heden bij hoor. En waar ik terecht kan voor dingen als bevolkingsonderzoeken. Bijvoorbeeld.
Misschien moet ik vanaf nu maar één keer per maand de brievenbus leeghalen. Dan kan ik zelf alle brieven op de meest logische volgorde leggen en openen.